Nu we weer rustig stil moeten zitten in onze kamer, is het misschien interessant om elkaar onze kamers te laten zien. Op welke plek werken we, als we onze lessen voorbereiden? Worden we afgeleid door stapels wasgoed, jengelende kinderen, klussende buren, of kunnen we ons in serene rust wijden aan het werk achter onze laptop? In deel 11 van deze serie nemen we een kijkje in de kamer van Kevin Sweep.
‘Wat ik vaak te horen krijg, is dat mijn kamer écht mijn kamer is. Hij laat goed zien wie ik ben en wat er in mijn hoofd omgaat.
Toen ik in augustus naar Zwolle verhuisde en mijn kamer ging inrichten, wilde ik perse een eettafel én een bureau, zodat ik studie en eten/leefomgeving gescheiden kon houden. Lekker verantwoordelijk, dacht ik. En dat is precies wat er niet is gebeurd. Ik zit vrijwel dagelijks aan mijn eettafel te werken. Ik kan dan uit het raam kijken en naar mijn fotolijsten en schilderijtjes; die geven me een rustig gevoel. Mijn bureau staat onder mijn hoogslaper in een wat donker hoekje, en fungeert vooral als plek waar ik al mijn boeken/aantekeningen en dergelijke dingen neerleg, wat dan weer wel erg fijn werkt. Ik heb er een maand geleden mijn nieuwe koffiezetapparaat neergezet, dat ik van mijn duo-inkomsten heb betaald…
‘Voorraad’ is ook een woord dat aan mijn kamer te koppelen is. Ik heb altijd een grote voorraad aan drinken en eten, zowel chips als nacho’s, voor het geval ik onverwachts bezoek krijg. En dat gebeurt nog wel eens. Daarnaast heb ik ook altijd een specifieke voorraad Kriekjes (biertjes) voor Karlijn in huis en witte wijn voor als Tristan langskomt. En voor mezelf, zoals Stijn het vaak noemt, ‘ranja in een blikje’, oftewel Radler 0.0.
Typerend voor mijn kamer is, dat ik overal wel iets heb staan. Ik heb erg de neiging om impulsaankopen te doen, vooral als het gaat om objecten waarvan ik denk dat ze mijn kamer een toevoeging kunnen geven, zoals kaarsjes, plantjes, lampjes, bakjes, kleine beeldjes, stenen, etc. Mijn wanden hangen vol met fotocollages van vrienden en mooie herinneringen. Ook hangt er een grote poster van BoerenSweep; een project waar Stijn en ik mee bezig zijn.
Op mijn vensterbank heb ik allemaal kaarsjes staan en foto’s, waaronder een foto van mijn opa, die vroeger bij de commando’s zat en vrij recent is overleden. Hij heeft een ereplekje gekregen in mijn kamer, zodat ik hem elke dag zie en soms zelfs tegen hem praat over waar ik tegenaan loop en mee bezig ben, zoals ik dat altijd deed toen hij er nog was. Toen ik net was begonnen op ArtEZ en we in creative lab zaten en ik vastliep, ging ik bij opa langs om hem om raad te vragen. Die traditie zet ik voort -op een andere manier natuurlijk.
Bij mijn grote raam, waar ik overdag veel licht door binnenkrijg en elke ochtend kindergezichtjes naar binnen zie kijken, van kinderen die met hun papa’s en mama’s naar de basisschool lopen een paar meter verderop in mijn straat, krijg ik altijd genoeg geluiden binnen van voorbijrijdende scooters, fietsers, auto’s en mensen die langs mijn raam lopen. Hierdoor kan ik zien dat er leven is buiten.
Toen ik mijn compleet door Ikea mede mogelijk gemaakte kamer aan het in elkaar schroeven was en, ik zal eerlijk zijn, een Ikea kast/bed/tafel/bank/etc zorgt er niet echt voor dat je kamer er fantastisch uitziet, werd ik een beetje ongemakkelijk van alle mensen die langs mijn kamer liepen en hun blikken naar binnen wierpen. Dus besloot ik een plakstrip aan te brengen waardoor je niet naar binnen kunt koekeloeren. Zoals je op de foto ziet, heb ik de strip niet over het hele raam geplakt, maar heb ik onder en boven een gedeelte open gelaten om zelf nog wel een beetje naar buiten te kunnen koekeloeren. Als ik aan mijn tafel zit te werken, of op de bank zit, zie ik altijd mensen voorbij mijn raam lopen, maar kan ik nooit hun gezichten zien. Behalve die van de kinderen… die zie ik wel en die kijken dan ook vaak zeer nieuwsgierig naar binnen.
Wat iedereen meteen opvalt in mijn kamer, is dat ik nogal wat instrumenten heb rondslingeren. Op mijn kamer in Zwolle heb ik onderhand drie gitaren staan. Die heb ik meegenomen uit mijn vaders huis, waar ik de rest van mijn collectie heb liggen. Ik heb mijn huisgenoten de keuze gegeven: of een cajon op m’n kamer, of een snaredrum, of erger. Dus nu vind je hier een cajon, shakers, drumstokken en dergelijke percussie-instrumenten overal terug. Last but not least: naast instrumenten vormen bloemen mijn grootste impulsaankopen. Ik word ontzettend blij van bloemen. Een vrolijk en enthousiast gevoel krijg ik van bloemen in een vaas doen en daar dan van genieten.
Mijn kamer voelt echt als mijn kamer. Ik ben er heel graag en vind het heel fijn als ik met vrienden samen gezellig kan praten, filosoferen over het leven, muziek maken, voor ze kan koken of samen wijn of een kopje thee drinken.’