Met de questionnaire van de schrijver Marcel Proust als inspiratiebron, stelt Human Presence de komende tijd steeds dezelfde twintig vragen aan een reeks van personen; studenten, alumni, docenten, medewerkers. Thomas-Timo bijt de spits af.

Wat is je huidige gemoedstoestand?

Moe, maar voldaan, omdat ik mijn eerste dag stage heb gehad op het Meander College. Dat was toch wel een dag vol met heel veel prikkels, en heel veel nieuwe informatie. Gewoon veel, maar het lijkt, nu ik hier zit -net gegeten-, wel leuk te gaan worden en spannend, om les te mogen geven. Bart en ik krijgen allebei een klas; een atheneumklas. Dus dat is op zich wel heel prettig. Geen heel drukke mavoklassen dus; die heb ik vandaag ook gezien en dat is wel echt… Die gaan de hele tijd door, en dan moet je stevig in je schoenen staan als docent. En het zijn eersteklassertjes; ze zitten net op school.

Welk lied zit er in je hoofd?

‘Kali’ van Django Wagner. Een echt volksnummer. Daar luister ik normaal nooit naar. Django Wagner is de enige echt Nederlandse volksmuziek die ik beluister. Prachtig nummer.

Wat is je stopwoordje?

Dat heb ik niet echt. Niet dat ik mezelf erop betrap. Maar… nou nee, niet bewust. Het zou heel goed kunnen zijn dat je straks dit interview terugluistert en dat het dan een en al stopwoord is…

Is er iets wat je op dit moment graag zou willen vertellen?

Eh.. o, ja, ik heb aankomend weekend een opname met Picknickpoëzie, dat is een bandje waarmee ik muziek maak. Daar zitten Desi van Vliet en Elske Boersma ook bij, die bij ons op de opleiding hebben gezeten. Het is het eerste opnameweekend, dus dat is heel leuk. We gaan eindelijk muziek online zetten. Dan gaat het echt van de grond komen, hopelijk. Ik speel verschillende instrumenten, maar in de band speel ik basgitaar.

Wat is jouw denkwijze?

Mijn denkwijze? Ik denk heel veel. Ik begin vaak met denken bij dingen, en daarbij vragen stellen. Als ik over iets nadenk, gaat dat van ‘o, ja, maar hoe zit dit dan?’ en ‘wat is dat dan’? Vaak zijn mijn vragen dan ook filosofisch gerelateerde vragen. We hadden het een tijdje terug bijvoorbeeld over ‘normaal’. Dan ga ik nadenken over de vraag wat ‘normaal’ eigenlijk ís. Ís er iets als normaal? Ik begin met denken in vragen. Mijn denkwijze is dus eigenlijk dat ik vragen stel. Maar het grappige is dat ik heel weinig vragen stel, als je kijkt naar hoe ik communiceer. Vandaag bij de stage, dan heb ik opeens heel veel vragen over onderwijs, en heel veel vragen over hoe het bij pubers ook alweer werkt. Dan ga ik direct de mediatheek in en haal ik gewoon Het puberende brein van Eveline Crone. Maar dan moet ik het nu ook gaan lézen. Niet alleen vragen stellen; ik ga nu ook de antwoorden krijgen. 

Wat doe jij om tot rust te komen?

Ik heb op dit moment geen fiets, dus ik wandel heel veel, van A naar B, en dat brengt me vaak tot rust. Dan heb ik muziek op mijn oren en dan ga ik gewoon naar huis wandelen. Dat helpt mij vaak heel goed. En als ik thuis ben, dan ga ik effe zitten en kort een serie kijken, of even kort wat Youtube-dingen. En dat soort dingen vormt mijn verdwijnplekje, zeg maar, dan kan ik even mijn hoofd uitzetten, dan hoef ik niet na te denken. En dat helpt mij vaak wel. Alleen zit daar ook weer een keerzijde aan: dat gaat soms te lang door en dan verdwijn ik en neem ik te veel rust. 

Wanner voel je je het meest jezelf?

Als ik in een sociaal veilige en prettige omgeving ben waarin ik niet na hoef te denken over hoe ik me gedraag. Dus als ik met vrienden ben of met mijn familie, met dít soort gesprekken… Als ik mensen al kén. Als ik gewoon lekker mezelf kan zijn. Niet hoef na te denken over wat er gebeurt. 

Wat is je grootste inspiratiebron?

Mensen over het algemeen, denk ik. Specifieker: momenten met mensen. En muziek. Altijd. Dat levert weer vragen op, daar kom ik dan weer op terug. En met muziek leidt dat dan weer tot ideeën, concepten voor mijn eigen muziek. Dat ik een nummer aan het luisteren ben, en dat ik denk van ‘Ahhh! Wat deze gast doet op de bas, dat is vet! Zoiets wil ik proberen!’ Of: ‘Deze sfeer is tof!’ Dat ga ik dan proberen na te maken. Tekstueel heb ik dat één muzikant, dat is een rapper -Brainpower-, mij vaak inspireert. Hij is echt… lyrisch vind ik het echt waanzinnig hoe hij rijmt, op rijm, op rijm, op rijm, op rijm; en alles zit in een flow en het gaat maar door en het klopt allemaal maar het gaat nergens over en het gaat over van alles… Dat vind ik bij hem heel vet. De laatste tijd gaat het stapje voor stapje beter als ik teksten schrijf bij muziek, dat ik een beter rijm vind, of beter een onderwerp vind waar ik over wil schrijven. 

Wat is je beste eigenschap?

Moeilijk om over jezelf te zeggen… Misschien dat ik vrij goedgezind ben… Goedgezind -is dat überhaupt een woord? Ik weet niet eens wat dat woord inhoudt. Dat ik wel goed vrede kan hebben met dingen, en dingen wel aardig goed kan accepteren. Misschien is dat bescheidenheid. Ik weet trouwens niet of ik bescheidenheid mijn beste karaktereigenschap vind, maar het is er wel eentje waar ik trots op ben. Da’s grappig: trots zijn op bescheidenheid. 

Wat is je slechtste eigenschap?

Ik weet niet of er één overkoepelend woord voor is, maar ik ben in zekere zin conflictvermijdend. Ik kan heel goed dingen uitstellen, niet reageren, op appjes bijvoorbeeld, en dat soort dingen. Alles wat spannend is, daar doe ik nog even niets mee. En dat is niet goed, niet relaxed voor mezelf en voor de mensen om me heen. Daar word ik ook de afgelopen tijd meer en meer mee geconfronteerd. Ik merk dat ik daar echt wat mee moet. Anders loop ik constant achter de feiten aan. Ik wist het wel, de afgelopen tijd, maar ik merk nu ook echt aan mezelf dat ik er last van begin te krijgen. 

Wat wil je kunnen?

In het hier en nu bezig zijn. Het leven om me heen op orde houden. En dat is een van de vele dingen die ik wil kunnen. Want ik wil van alles kunnen. En ik heb ook het gevoel dat het in zekere zin logisch is dat ‘m’n leven op orde hebben in het hier en nu’, dat dat nú op mijn weg komt, nu ik jong ben. Ik woon pas een jaar op kamers, ik ben dat allemaal nog aan het uitvogelen. Dus het is logisch dat ik dat nú ga leren. Wat ik ook heel erg ervaar is dat de lockdown een soort pauzemoment daarin is geweest, dat alles allemaal stil is gevallen. Dat ik weer een hele tijd bij mijn ouders was, heeft er ook echt een serieus effect op gehad. Ik moest écht weer opstarten dit jaar, ik was er helemaal uít. Nu komt het langzaam weer terug. 

Waar erger je je aan?

Kleine dingetjes, maar ik vind het ook leúk om me aan dingen te ergeren. Dat is een beetje de positieve kant van het conflictvermijdende… O nee, wacht, ik heb wel een goeie: ik erger me heel erg aan geldzaken. Dat ik bijvoorbeeld het eten heb gekocht voor iemand en dat er dan direct een tikkie voor moet komen. Ik heb liever gewoon van ‘laat dat geld maar zitten, dat komt wel goed.’ Als iemand zich daarin opdringt, heb ik echt zoiets van ‘nee, dat hoeft echt niet.’  Daar kan ik me dus wel aan ergeren, aan geld -aan dat hele concept. 

Welk probleem wil je het liefst oplossen?

Het mag natuurlijk van alles zijn, maar ik wil kijken of ik iets persoonlijks kan pakken. Nou ja, vandaag was er een moment op de stage dat een jongen uit de eerste klas een opmerking maakte tegen een meisje. Ze hadden een beetje ruzie en die jongen zei: ‘Ja, jij bent de vrouw van Sinterklaas,’ het was een zwart meisje, ‘en ik wil later pakketjes van jou krijgen.’ Zij werd dus direct weer in het ‘zwartepiethoekje’ geduwd. De docent gaf direct aan: ‘Dat wil ik niet horen, dat doen we hier niet,’ en ik dacht: héél goed, dankjewel. Dat mag ook in de eerst klas gewoon keihard gezegd worden. Het hele spectrum van racisme en discriminatie; dat zou ik wel willen oplossen. Het is wel een heel groot iets, en ik kan daar maar een klein deel van doen; maar ik kán eraan bijdragen.

Wie wil je bedanken?

Wie wil ik bedanken? Een heleboel mensen… Voor mij zijn dat standaard mijn vrienden, mijn familie -die wil ik natuurlijk altijd bedanken.  Maar om een ‘leuk’ antwoord te geven: ik wil Mac DeMarco wel bedanken, omdat hij een heel leuk nieuw album heeft uitgebracht. Daar geniet ik weer heel erg van.

Waar hoop je op?

Dat ik zelf heel lang nog heel blij mag zijn in mijn leven, en dat ik daarin andere mensen om mij heen kan meenemen. In die blijdschap. Ik kan dit zo pas sinds de vakantie formuleren. Daarvóór was ik door de lockdown in een soort donker gat terechtgekomen, en toen had ik op een gegeven moment een realisatie van ‘Nee, wow, wow, waar ben ik mee bezig? Dit is mijn leven. Waarom zou ik mijn leven opofferen?’ Toen heb ik ervoor gekozen míjn leven te leven, en realiseerde ik me: ik leef het juist voor de mensen om me heen. 

Waar geloof je in?

Misschien is dit al waar ik in geloof. Grotendeels wel. Ik geloof ook in spirituele dingen, maar de boventoon wordt toch wel echt gevoerd door positiviteit en fijne sociale contacten. In vriendschap geloof ik wel heel echt. Daar kun je heel veel mee bereiken, en heel veel aan hebben -als dat goed gaat. 

Waar ben je trots op?

Nou, dat ik vanuit mijn intuïtie kan leven, dat ik gewoon dingen kan doen zonder erover na te denken. En dat het dan wel een soort van goed gaat. En dat ik ook gewoon heel erg kan luisteren naar wat ik voel vanuit mijn intuïtie -zo van ‘dit voelt goed’ en ‘dit voelt niet goed. Daar ben ik wel blij mee en trots op. Dat dingen gewoon kunnen gaan zoals ze gaan. Is dat het? Het is niet precies hoe ik het zou willen definiëren, merk ik… Nou ja, dat ik kan vertrouwen op mijn gevoel, dat is het misschien meer. Daar ben ik wel heel trots op.

Wat is je huidige doel?

Mezelf docentklaar maken! Dat moet ik over twee weken bereikt hebben. Daarna begint natuurlijk het leerproces, maar ik wil áankomende week, mórgen, tot een bepaald punt docentklaar zijn. Dat ik een soort van rustig voor de klas kan staan en les kan geven. En dan gaat er waarschijnlijk nog heel veel mis, de aankomende tijd, en dan ga ik nog heel veel leren, maar dát is nu mijn doel. 

Wat is jouw ‘human presence’?

‘Menselijke aanwezigheid’. Ik denk dat mijn ‘human presence’, juist human presence ís. Ik ervaar dat ik online zijn lastig en vermoeiend vind. Appen en bellen, daar hou ik niet zo van; op het moment dat ik gewoon van mens tot mens kan communiceren, bloei ik helemaal op en zie ik dat ik andere mensen kan laten opbloeien. Dus mijn human presence is misschien wel human presence. 

Leave a Reply

Your email address will not be published.