Alles willen wat buiten mijn bereik is, lijkt een hedendaagse trend te zijn. Die trend zorgt ervoor dat ik nooit weet wanneer ik genoeg heb. Wanneer ik genoeg heb gedaan. En wanneer het gewoon genoeg is. Voor mijn essay ben ik op zoek gegaan naar wat ik eigenlijk precies wil. Tijdens het schrijven kwam ik erachter dat ik genoegen mag nemen met wat zich al voordoet.
Ik ben klaar om te gaan.
Ingesmeerd met factor 30, rugtas op en gaan
Daar waartoe ik geleid word
Op zoek naar nietszeggende begrippen
Niet omdat ik perse weg wil
Maar omdat ik benieuwd ben naar wat er nog meer is
Het ontvluchten van een dagelijks model
En daarmee ook meteen het vermijden van het ‘gewone’
Misschien op zoek naar iets niet-alledaags, iets als een avontuur
En dan, met die ervaring terug te keren
En mij dan te realiseren wat er al was, en wat ik al had
Dat ik te weten kom dat ik niet ver hoef te zoeken naar wat ik nodig dacht te hebben
Ervaren dat je ontsnapt bent uit je eigen patroon
Is dat het gevoel van vrijheid hebben?
Ik wil succes hebben. Ik wil liefde geven en ontvangen. Ik wil gelukkig zijn. Ik wil gezien worden.
Ik heb een drang naar authenticiteit. Een hunkering naar speciaal en bijzonder gevonden worden.
Ik wil goed doen. Ik wil beter worden. Ik wil alles weten. Ik wil leren. Ik wil verrast worden.
Ik heb een drang naar alles wat buiten mijn bereik ligt.
Ik wil altijd meer. Bij gebrek aan dat ik weet wat ik wil. Ik verlang ernaar alles te weten. Ik ben op zoek naar wat ‘het sublieme’ wordt genoemd: een begrip uit de filosofie, in het bijzonder een kwaliteit die verwijst naar het onbevattelijke van wat groots is. Een moment waarop alles op zijn plek valt. Een moment waarop ik alles begrijp. Terwijl ik schrijf over mijn doelloze verlangens, besef ik dat sublimiteit waarschijnlijk niet bestaat. Mijn wensen bestaan uit irreële begeertes, die niet te vatten zijn en geen betekenis lijken te hebben. Ik streef onbegrijpelijke fantasieën na, in de hoop dat die zijn wat ik zoek. Terwijl ik me er niet eens precies bewust van ben waarnaar ik op zoek ben. Wat mijn doel, in het leven, zou moeten zijn.
Mijn individuele streven is een collectief ideaal geworden. Authenticiteit en succes zijn trends in onze ‘moderne’ maatschappij. Het streven naar meer is een ambitie. Dit brengt het idee van nooit genoeg hebben met zich mee. Wanneer is het genoeg? En wat kun je nog willen als je genoeg hebt? Ik neem geen genoegen met genoeg. Ik ben op zoek naar een compleet gevoel. Maar ik weet niet hoe een compleet gevoel eruit ziet, of hoe dat zou moeten voelen. Ik, en met mij denk ik vele anderen, verlies mezelf in een zoektocht naar een zogenaamd compleet gevoel. Omdat we werkelijk geen idee hebben wat compleet zijn betekent.
We belanden in een denkbeeldige tunnel waarin iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft. Zonder dat van elkaar te weten, laat staan ernaar te vragen. Gevolgen hiervan zijn individualisme, egoïsme en generalisatie. Niemand heeft meer een eigen mening of bevinding. Of mag die hebben, zonder deze goed te kunnen onderbouwen en verwoorden. Ons gedachtepatroon is gegeneraliseerd. We worden geïndoctrineerd door de zogenaamde werkelijkheid. Hetgeen wat, misschien wel, de norm moet voorstellen.
Misschien is mijn drang naar authenticiteit te herleiden tot die generalisatie.
Omdat iedereen op elkaar begint te lijken, krijg ik de neiging om mij juist af te zetten tegen die veralgemeende realiteit.
De realiteit, die pleit een feitelijke waarheid te zijn, vormt regelmatig een interne belemmering. Hij staat me in de weg, en zorgt ervoor dat ik niet weet wat ik wil. Hij blokkeert mijn binnenwereld, mijn verbeelding.
Realiteit verstikt dromen. Kraakt ideeën af. Verwoest verbeelding. Staat onwetendheid niet toe. Legt de nadruk op alles wat je niet hebt. Realiteit verpest verbazing.
Door het volgen van mijn behoeftes, die ik beschouw als mijn dromen, creëer ik een steeds groter wordende afstand tussen mijn eigen binnenwereld en de ‘realiteit’ van buiten. Omdat ik hevig probeer deze twee lagen te verbinden, verlies ik de connectie met wat er al is.
Misschien is dat wel waar ik naar op zoek ben. Ik wil me blijven verwonderen, in een wereld waar alles zo realistisch blijkt te zijn. Ontsnappen. Aan die ene laag van het leven die continu centraal staat.
Ik loop. Ik loop ergens naartoe. Geen bepaald punt maar het maakt ook niet uit waartoe dat is.
Ik ben gewoon aan het lopen. Meer dan dat hoeft er niet te zijn. Ik loop op mijn blote voeten, zonder panty dus met blote benen. Ik voel de wind. De koude wind die warmer lijkt te worden hoe langer ik loop. Of ik voel die ijzige wind gewoon niet meer. Ik loop op de stoep en de weg. Over putten, steentjes, takjes en sigaretten. Door droog gras, nat gras, dood gras, plasjes met water en zelfs een beetje modder. Ik loop. En ik voel alles waarop, waarover en waardoor ik loop. Ik voel en ik vraag mij af. Ik bedenk en ik probeer. Ik verwonder me, denk ik.
Takjes doen pijn, steentjes blijven achter in mijn voet en een stuk gescheurd wegdek voelt onverwachts aangenaam. Ik loop. Ik ben begonnen. En ik laat me leiden door mijn eerste gedachte. Want is dat niet waar alles mee begint? Een eerste gedachte die je leidt tot waar dan ook. Is dat niet genoeg?
Is datgeen waar je als eerste aan denkt niet hetgeen waar je het meest naar verlangt?
Wat je het liefste wil?
Verantwoording naar aanleiding van mijn essay:
Een aantal weken geleden bezocht ik een lezing van filosoof Maarten Coolen. Hij bood een cultuurfilosofisch perspectief op de burn-out. Hij opperde de stelling ‘In de hoog moderne samenleving wordt van iedereen gevraagd om zijn levensloop te biograferen en te kunnen verantwoorden.’
Het lijkt enorm belangrijk om een goede representatie vorm te geven van de persoon die jij bent, of beter gezegd: de persoon die je wilt zijn. En deze representatie zullen we dan ook op eigen kracht moeten construeren. Wanneer dit niet lukt, of niet gaat zoals we willen, hebben we gefaald.
Het bovengenoemde voorval kan uiteindelijk leiden tot een burn-out.
In een burn-out wordt ook wel gesproken van het existentieel opgebrand zijn.
Dit houdt simpelweg in dat je een verlies aan je eigen identiteit ondervind.
Ik bezocht de lezing na het schrijven van mijn essay. Maar onbewust verbind ik de twee thematieken omdat ik denk dat ze elkaar mooi kunnen aanvullen.
Wanneer je lijdt aan een burn-out, wordt gesteld dat je existentieel bent opgebrand. Een ander woord voor existentie is het bestaan. Het bestaan is, misschien, het enige in het leven waar niemand voor heeft gekozen en wat gewoon plaatsvindt. Iets waar we, in zekere zin, geen verantwoording voor hoeven af te leggen. Ik stel me voor dat wij het bestaan beschouwen als iets groots. Maar ik vraag me meteen af in hoeverre dat kan, en in hoeverre je dat moet willen.
Gedurende onze filosofieweken heb ik willen onderzoeken hoe ik mij kon blijven verwonderen. In een wereld waar alles zo realistisch blijkt te zijn.
Ik heb veel weinigzeggende dromen. Ik werk hard, ik wil veel, ik ben heel veel bezig met alles wat ik nog niet heb. Hierdoor ben ik mij niet meer bewust van wat zich al voordoet.
Ik was denk ik op zoek naar een zekere essentie, een bepaalde kern of beginpunt.