Dinsdagnacht, woensdag de hele dag en ook een groot deel van donderdag zit ik achter mijn laptop naar CNN te kijken, benieuwd hoe de Amerikaanse verkiezingen zich ontwikkelen. Ik heb een duidelijke favoriet, maar dat doet er niet toe, hij wordt niet míjn president. Er valt me iets op wanneer ik uren en uren achter elkaar kijk naar de verschillende verslaggevers. Geen van allen is bang het woord ‘polarisatie’ in de mond te nemen, als het over Trump gaat.
Polarisatie is een groeiend thema in hedendaagse discussies over politiek, vluchtelingen, cultuur versus economie en LGBTQIA+. Wat maakt dat deze gesprekken zo lastig zijn om te voeren en waarom wordt er alleen maar meer olie op het vuur van het ‘wij-zij denken’ gegooid? Ik denk dat we in een samenleving leven waarin het heel moeilijk is om geen mening te vormen over zaken die spelen: je wordt er namelijk constant aan herinnerd door de media. Als je de Volkskrant of NRC leest, of wanneer je door Facebook scrolt, kún je niet anders dan nieuws consumeren. Als je veel nieuws consumeert, zul je sneller een standpunt innemen over bepaalde kwesties, en grote kans dat dat standpunt beïnvloed wordt door bijvoorbeeld je beroep, geslacht, geaardheid of je politieke voorkeur. Daar is natuurlijk niets mis mee, ik denk dat het heel goed is dat je belezen bent en kunt meepraten over wat er speelt in de wereld (en daar ook nog een eigen mening over hebt, zonder letterlijk te kopiëren wat je van NU.nl hebt overgenomen), maar wanneer je deze mening uit tegen iemand die een andere mening heeft, of het niet eens is met jouw mening, beland je al snel in een discussie. Discussiëren is goed, begrijp me niet verkeerd. Door met mensen te praten met een andere mening kom je sneller tot nieuwe inzichten en kan je kijk op de wereld veranderen. Maar als het onderwerp van gesprek een grote groep mensen aangaat, komen twee meningen sneller lijnrecht tegenover elkaar te staan. Denk aan wat er gebeurt in de hele zwartepietendiscussie of (iets globaler), tijdens de Amerikaanse verkiezingen.
Wat ik zo opvallend vind, is dat activisme eigenlijk pas uitkomt wanneer het een grote groep mensen betreft. Als ik met iemand een gesprek heb over waarom ik vind dat iedereen vegetariër zou moeten zijn, is dat bijna altijd een rustig en kalm gesprek, waarin we allebei naar elkaar luisteren. Maar wanneer een onderwerp media-aandacht krijgt, verandert het gesprek eerder in een gevecht: er wordt niet meer naar elkaar geluisterd. Doordat je via de media alleen nog de voor jou negatieve standpunten van ‘de andere kant’ meekrijgt, beïnvloedt dat je denken (en dit zie ik als de schuld van de media, de meest extreme uitspraken/personen/meningen krijgen media-aandacht, waar juist de gematigde mening geen nieuws is) en verandert dat in een nog meer uitgesproken wij-zij denken. Maar wanneer je écht met z’n tweeën een gesprek aangaat, zul je zien dat je veel meer common ground hebt dan je je realiseert.
Daarom pleit ik voor meer gesprekken voeren met elkaar. Dan laten we de verslaglegging van de media even voor wat die is, en gaan we gewoon weer met elkaar koffie drinken en voetballen, net als de Duitse en Engelse soldaten tijdens kerst 1914.