Vallen wanneer iedereen kijkt, een presentatie geven en per ongeluk een foto van je naakte oma in de PowerPoint zetten of niezen en dat er dan een lange snottebel uit je neus hangt. Wat hebben deze situaties met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal verschrikkelijk ongemakkelijk en dat vind ik super interessant. Niet de vieze snottebel maar het ongemak.
Hoe krijg ik mijn toeschouwers zo ongemakkelijk dat ze bijna de zaal uit willen lopen? Deze vraag heb ik onderzocht in Creative lab. Ik ben al enige tijd fan van de schrijver Peter Handke, bekend van Hooggeëerd Publiek, een toneeltekst waarin hij onder andere zijn publiek verrot scheldt en soms mateloos verveelt. Die tekst inspireerde mij om het publiek een ervaring mee te geven die niet altijd gelijk gekoppeld wordt aan theater. In mijn geval was dit ongemak; het begrip kwam in de feedback op een andere performance terug en ik ging er gelijk van aan.
Maar waar begin je met ongemak, het is nogal een breed begrip. Ik word ongemakkelijk als ik me verspreek terwijl ik iets voorlees, maar dat ongemak is heel anders dan het ongemak dat ik ervaar als ik een kriebelige trui draag. En dan heb ik het nog over kleine ongemakken; afgewezen worden door je crush is een stuk ongemakkelijker dan je verspreken. En dan is er ook nog het plaatsvervangende ongemaksgevoel, zoals wanneer iemand anders valt of zich verspreekt.
Toen ik met mijn onderzoek bezig was ben ik eerst gaan kijken naar wat voor soort ongemak ik wilde oproepen. Ik kwam in mijn eerste poging op het spoor terecht dat erg op plaatsvervangende schaamte leek, omdat iemand op de vloer gepest werd. Ik kreeg daarop heel interessante feedback van een klasgenoot. Omdat het een performance was, vond mijn klasgenoot het moeilijk om ongemak te ervaren; de situatie was tenslotte gespeeld. Dus nu was mijn volgende stap: hoe trek ik het uit het theater. Terwijl ik juist ongemak theatraal wilde maken.
Toen ben ik gaan nadenken over hoe ik mijn toeschouwers voor de gek kan houden. Ik liet ze denken dan mijn klasgenoot Len ging presenteren maar eigenlijk keken ze naar mijn performance. Mijn performance was dat ik door de performance van Len heen zou stormen en een gek nummer ging zingen. Uiteindelijk was ik de enige voor wie dit ongemakkelijk was. Er ging van alles fout en iedereen dacht dat het bij de performance van Len hoorde. Ik merkte dat ik mijn publiek heel moeilijk voor de gek kon houden.
Uiteindelijk heb ik mijn publiek gebruikt. Ik heb een interactieve performance gemaakt waarin ik mijn publiek gevraagd heb zo eerlijk mogelijk te antwoorden op mijn vragen. Maar mijn vragen waren niet ‘normaal’, ze waren -je raadt het al-: ongemakkelijk. Zo vroeg ik iemand wat de laatste keer was dat ze had gemasturbeerd en liet ik iemand anders zich tot op zijn ondergoed uitkleden. En het ongemak was te voelen. Nu wil ik in de toekomst dit idee uitwerken en onderzoeken hoe dit zou gaan met een publiek vol vreemden in plaats van klasgenoten.
Wat ik een van de leuke aspecten van theater vind is dat het alle kanten op kan en dat we ons niet hoeven te houden aan een bepaalde vorm of een verwachting. De verwachting dat theater altijd vermakelijk of ontroerend gaat zijn. Het kan ook ongemakkelijk, vervelend of boosmakend zijn. Wat een publiek weer aan het denken kan zetten.
Nu ben ik benieuwd: wat is voor jullie een ongemakkelijke ervaring geweest die jullie wel (of juist niet) op de vloer zouden willen zien?