Dinsdag 9 november begon ik mijn dag met een zwaar hart. Zoals meerdere van jullie misschien gelezen zullen hebben:
‘Scholen mogen ouders vragen een verklaring te ondertekenen waarin ze de homoseksuele leefwijze afkeuren.’
Dit zei Arie Slob als antwoord op kritische vragen van Kamerleden over de identiteitsverklaring die op sommige reformatorische scholen wordt gehanteerd. Eerst kon ik niks anders formuleren in m’n hoofd, naast ‘what the fuck.’ Wat een klap in mijn gezicht. Verbaasd bleef ik de uitspraak opnieuw en opnieuw lezen. Ik schrok ervan dat dit gaande is op scholen en dat deze denkwijze niet uitgestorven is. Maar ik schrok er vooral van dat we nog schrikken van het feit dat deze denkwijze niet uitgestorven is. Dat ik blijkbaar niet doorhad wat er gebeurde in mijn land.
Deze goedkeuring van discriminatie op scholen stoelt op de notie dat homoseksualiteit, of elke seksualiteit dat afwijkt van hetero, geen bestaansrecht blijkt te hebben in Nederland.
Nu weet ik dat mijn homoseksualiteit niet landelijk geaccepteerd wordt, en dat ik niet hand in hand met een jongen in Urk moet gaan lopen. Maar om te lezen dat op scholen een homoseksuele leefwijze afgekeurd wordt, een identiteit afgekeurd wordt, slaat alles. Een identiteit waar ik zoveel waarde aan hecht. Iets waarvoor ik zo hard heb moeten vechten. Dit maakt dat gevecht moeilijker.
Ook word ik meteen herinnerd aan de verhalen van mannen die in elkaar geslagen worden omdat ze hand in hand over straat liepen. De Suit-Supply-reclames die vernield werden. Al het gescheld en gejoel dat ik naar m’n hoofd kreeg geslingerd op mijn basis- en middelbare school. Daar begint het. In de scholen waar wij de nieuwe maatschappij vormen. Als wij op scholen al aanleren dat homoseksualiteit iets is om af te keuren, als we discriminatie toelaten in scholen, waar de fuck gaan we dan heen met Nederland? Waar slaat Artikel 1 van de Grondwet dan op?
Ik weet niet goed hoe ik dit bericht moet afronden; misschien ook omdat dit nog niet afgerond is. Deze strijd en dit gevecht is nog gaande. Hoe graag ik ook zou willen dat het niet zo was.